Ga naar artikel

Tarwe

Bron: brouw-bier.nl - Alles wat de amateur bierbrouwer of bierliefhebber moet weten over het brouwen van bier bierliefhebber moet weten over het brouwen van bier TarweTarwe (Triticum spp) is een verzamelnaam van een graangewas van ongeveer 15 soorten, dat vrijwel overal in Europa groeit. Het is één van de oudste granen die we kennen en één van de belangrijkste waar de mensheid zich mee voedt, naast rijst en maïs. In gebruik staat tarwe met maïs op een gedeelde eerste plaats. De tarwekiem herbergt een heleboel waardevolle biologische stoffen, zoals suiker en zetmeel, aromatische oliën, eiwitten, vetten, mineralen en vitaminen. Tarwe dankt zijn populariteit vooral aan de hoge hoeveelheid gluten, waardoor het mogelijk is om er gistdeeg, voor het bakken van gerezen brood, mee te maken.
Tarwe wordt zowel gemout als ongemout gebruikt, o.a. voor het brouwen van witbieren en weizen.

Belangrijkste soorten

Er zijn wereldwijd 30.000 tarwesoorten ontwikkeld die elk hun eigen specifieke eigenschappen hebben.

Gewone tarwe (Triticum aestivum)

Een hexaploïde soort die wereldwijd het meest verbouwd wordt.

Einkorn (Triticum monococcum)

Een diploïde soort met wilde en gecultiveerde varianten. Een van de vroegst gecultiveerde soorten maar wordt nog maar weinig gebruikt.

Emmer (Triticum dicoccum)

Een tetraploïde soort, met wilde en gecultiveerde varianten. In het verre verleden veel verbouwd, maar is nu nog maar weinig verbreid.

Durum (Triticum durum)

De enige tetraploïde soort die nog veel wordt verbouwd. Durum tarwe (durum = hard) is de aller hardste van alle tarwesoorten, afkomstig uit landen rond de Middellandse Zee en wordt voornamelijk gebruikt voor pasta, bulghur en couscous.

Kamut (Triticum polonicum)

Een tetraploïde soort, oorspronkelijk uit het midden-oosten.

Spelt (Triticum spelta)

Nog een hexaploïde soort die in kleine hoeveelheden wordt verbouwd.


Er wordt wel gesproken over winter- en zomertarwe, dit zegt niets over de soort tarwe, maar over de manier waarop de tarwe wordt verbouwd. Wintertarwe wordt in het najaar gezaaid en wordt aan het einde van de, daaropop volgende zomer geoogst. Zomertarwe wordt vroeg in het voorjaar gezaaid en al in hetzelfde jaar in het najaar geoogst.