Ga naar artikel

Geschiedenis

Bron: brouw-bier.nl - Alles wat de amateur bierbrouwer of bierliefhebber moet weten over het brouwen van bier bierliefhebber moet weten over het brouwen van bier

Bierbrouwen is een bezigheid die al eeuwen oud is. De Sumeriërs, een volk dat ongeveer 5000 jaar geleden in Mesopotamië, het tweestromenland tussen de Eufraat en de Tigris, nu behorend tot huidige Irak, leefde, waren vermoedelijk de eersten die bier maakten. Het bier en de wijze waarop dit gemaakt werd, is echter niet zoals we dat nu kennen. Men bakte een soort brood van emmer (een soort tarwe), dat van buiten gaar was, maar van binnen nog week. Als men bier wilde maken, weekte men het brood in water, en bracht dit aan het gisten. Aan het bier werd vaak honing of kruiden toegevoegd. Nadat de Babyloniërs het Sumerische rijk hadden over genomen, nam het brouwen toe. Uit kleitabletten van die tijd heeft men kunnen afleiden, dat men reeds verschillende soorten bier kende.

Romeinse tijd

Beeldje van een bier brouwende dienares, die met beide handen de deegmassa door een zeef in een groot vat perst.De Egyptenaren namen het bierbrouwen over van de Babyloniërs (de Egyptenaren brouwden bier, waar ze ook dadel bij deden). Voor hun behoorden brood en bier tot de elementaire voedselbestanddelen. Bier wordt al genoemd in teksten uit het vroege Oude Rijk en vanaf deze tijd werden er houten "modellen" gemaakt, die de productie van brood en bier uitbeelden. Ze werden meegegeven in het graf of werden vermeld in de offerlijsten op de wanden van grafkamers en sarcofagen. DoordatEen model dat brouwen, bakken en slachten afbeeldt. Rechts wrijft een man gerstebrood door een zeef in een vat om het, na toevoeging van water en dadelsap, te laten gisten. Naast hem staan meerdere vaten en verzegelde bierkannen, waarvan twee bedekt met een net. het in de loop der eeuwen verdampt is heeft men nog nooit bier uit het oude Egypte gevonden. Wel zijn kruiken en vaten aangetroffen waarin het residu van bier aanwezig was. Analyse hiervan heeft aangetoond dat bier van verschillende soorten graan gemaakt werd. Blijkens teksten uit het Nieuwe Rijk kende men inderdaad verschillende soorten bier. Naast drank voor de levenden en de doden was bier ook een ingrediënt van een aantal medische recepten. De kennis over de brouwkunst verspreidde zich via Israël, naar Griekenland en Italië. Maar in die tijd, ongeveer 3000 geleden, raakte ook het wijn maken in zwang, vooral in Griekenland en Italië. In de Romeinse tijd werd er nog gebrouwen door de Romeinen, maar ze hielden toch meer van wijn. Door de Romeinen werd de brouwkunst verder naar het noorden verspreid. De Germanen waren de eerste, die de tussenstap van het broodbakken oversloegen en ontdekten dat uit ontkiemde en gedroogde graankorrels ook bier gebrouwen kon worden. Zij maakten van graan een beslag en lieten dat vergisten.

Middeleeuwen

De Brouwer.
De laaving staat gereed, waar is het dorstend Leed?

Als Dorst en Drank malkaar ontmoet,
Is't Bitter d'oorspronch van het Soet:
ô Ziel!, 't Begeeren en het Geeven,
Uw Dorst, en 's Leevens springfontijn,
Sal Eeuwige verquicking zijn,
Die weelden lust, soeck sulckeen leeven.In de middeleeuwen, waren het vooral de monniken die brouwden, om in hun levensonderhoud te voorzien. Verder was in die tijd het drinkwater van slechte kwaliteit en men ontdekte dat het drinken van bier gezonder was. Dat dit vooral door het koken van bier kwam, wist men toen nog niet. In die tijd gebruikte men nog geen hop als conserveringsmiddel en/of smaakmaker, maar gruit. Gruit is een kruidenmengsel met vooral gagel en rozemarijn en verder o.a. duizendblad, laurierbessen, salie, enz. De monniken hoorden, in die tijd, tot de hoogst opgeleide mensen en zij brachten het bierbrouwen dan ook naar hoog niveau. Omstreeks het jaar 800, waren het waarschijnlijk dan ook de monniken, van het klooster van Weihenstephan in Duitsland, die als eerste hop gebruikten, om het bier langer houdbaar te maken. Aangezien in veel landen een hele industrie was ontstaan rond gruit en ook de overheden inkomsten hadden uit het zogenaamde gruitrecht, heeft het tot ongeveer 1320 geduurd, voordat in Nederland hopbier werd gebrouwen. Vreemd genoeg heeft de groei in de brouwnering in de 13e tot en met de 18e eeuw weinig ontwikkelingen in brouwtechnisch opzicht met zich meegebracht. Wel kreeg men de teelt en het verbouwen van grondstoffen redelijk onder de knie. Kennelijk hadden de brouwers in de periode van bloei weinig tijd voor innovatie. Zij waren wel inventief. Velen bedachten allerlei trucjes om met zo min mogelijk grondstoffen zo veel mogelijk liters te produceren. Om uitwassen tegen te gaan vaardigden diverse vorsten voorschriften uit. Het meest bekende voorschrift in de brouwerijwereld, is het z.g. Reinheitsgebot .

18e Eeuw

Bier was vroeger een populaire drank, want dit was veiliger te drinken dan het aanwezige water, totdat het drinken van bier in de loop van de 18e eeuw wat minder in zwang raakte. Dit kwam door de opkomst van koffie en thee. In 1788 vindt Richardson de sacharimeter uit, een toestel voor het bepalen van het suikergehalte in vloeistoffen.

19e Eeuw

Ook het soort bier dat men brouwde veranderde, eerst was het altijd bovengistend bier dat er werd gemaakt, maar in de 19e eeuw ging men vooral ondergistend bier, pils, maken. Een aantal belangrijke jaartallen:

1830

Het eerste flessenbier verschijnt op de Duitse markt.

1833

Payen ontdekte de diastase: het enzym dat de omzetting van het zetmeel in suiker teweegbrengt.

1876

De Franse chemicus Louis Pasteur verklaart de vergisting, een belangrijk onderdeel van het brouwproces. Tevens ontdekte hij dat door het verhitten van bier diverse bacteriën uitgeschakeld werden. Dit proces werd naar hem vernoemd: pasteuriseren.

1879

Von Linde vindt de koelmachine uit. Vanaf nu kon elke brouwerij bier het hele jaar door koel houden. Dit luidde de overgang in van hoog- naar laaggistende bieren.

1885

De Amsterdamse brouwmeester Wilhelm Feltmann verbeterde het brouwproces en legde de basis voor een bier dat een eeuw later bijna overal ter wereld gedronken wordt.

1897

Buchner ontdekt het enzym 'zymase', dat de splitsing van suiker in koolzuurgas en alcohol veroorzaakt.

20e Eeuw

In de 20e eeuw zien we een enorme vervlakking optreden, als gevolg van de twee wereldoorlogen. Tegelijkertijd zorgde de economische recessie voor een sterke daling van de koopkracht. Het gevolg was, dat zowel het aantal soorten bier als het aantal brouwerijen sterk afnam. In 1945 waren er in Nederland van de 148 brouwerijen nog maar 83 over. In de naoorlogse periode krabbelde de brouwindustrie langzaam uit het dal. Kenmerkend hiervoor waren de horizontale concentraties: veel brouwerijen produceerden naast bier ook mineraalwater en limonades. Tevens bundelden een aantal brouwerijen hun krachten. De opleving was echter maar van korte duur. In 1980 stond de Nederlandse biercultuur op een dieptepunt en waren er nog slechts negentien brouwerijen (waarvan verscheidene in dezelfde handen) die tezamen een zestigtal bieren brouwden. Het positieve keerpunt in de Nederlandse biercultuur ontstond doordat de speciaalbieren aan hun opmars begonnen. In het begin ging dat nog erg traag, maar al snel prikkelde het succes van de één, de navolging van de ander. De gevestigde brouwers breidden hun assortiment uit en amateurbrouwers besloten van hun hobby hun beroep te maken. De opkomst van deze kleine brouwerijen heeft geleid tot een grote versterking van de Nederlandse biermarkt. Inmiddels is het aantal Nederlandse brouwerijen weer gestegen. Bovendien staan er nog vele brouwerijen en uitbreidingen op stapel wegens de toegenomen vraag.